Eind januari start De Nieuwe Contrabas met een eigen literaire podcast. Scherp. Onafhankelijk. Onredelijk. Gemaakt uit liefde voor de literatuur. De presentatoren zijn Chrétien Breukers, die zich afficheert als een ‘elitaire Limburger’, en Hans van Willigenburg, die kan leven met de titel ‘zomaar een Zuid-Hollander’. Lees verder
Categorie: Blog (Pagina 5 van 16)
Ergens in het begin van de veertiende eeuw schreef een dichter van wie we bijna niets weten een twaalftal gedichten bij de maanden, twaalf kalenderbladen. De gedichten zijn in onze literatuur terechtgekomen en er nog steeds niet uit verdwenen; de vertaling hieronder is van Frans van Dooren. Af en toe duikt er eens een liefhebber van zijn werk op, zoals Leen Huet, die in 2011 over zijn werk blogde. Hij heette Folgóre da San Gimignano. Lees verder
Geen gelul, meteen tot de kern. Vier regels, twee rijmklanken. Dat is ‘Onrust’, het beroemde kwatrijn van Jacob Israël de Haan. Ik heb altijd moeite met die twee rijmklanken, waardoor ik ‘Amsterdam, Amsterdam’ dreig uit te spreken of lezen als ‘Emsterdem, Emsterdem’. Het kwatrijn stribbelt door de verwarrende wisseling van -em en -am tegen. Waar is de dichter eigenlijk, in Jeruzalem of Amsterdam? Het spel van klanken is de echo van de verwarring die De Haan ervoer in zijn eigen leven. Waar was hij eigenlijk?
Sinds ik in staat ben om Tommy Wieringa elke week tot me te nemen, via mijn abonnement op NRC/Handelsblad, kent mijn obsessie voor zijn proza geen grenzen (meer). Tommy is… ja, wat is Tommy eigenlijk? Volmaakt is hij in elk geval wel, een zuivere schim in een vervuilde schepping, een blinkend standbeeld midden op het marktplein waar wij, verstofte wereldburgers, rondtasten in de middaghitte. Lees verder
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=Pxu85kiqkg0]
I.M.: ik heb de vier afleveringen bekeken en het viel me mee. Dat wil zeggen: het viel me mee als ik steeds in mijn achterhoofd hield hoe het in de jaren negentig was. Hoe Ischa Meijer in het echt klonk, hoe Connie Palmen er in het echt uitzag. Als ik de beelden oplaadde met mijn herinneringen, was het een fijne serie. Mijn serie. Verder was het helaas erg ruk. Ramsey Nasr is een goede acteur, maar aan Meijer vertilde hij zich; en hopelijk is de echte Connie Palmen in staat tot meer dan beaat glimlachen. Lees verder
Koenraad Goudeseune is inmiddels dood. Zijn laatste weken deed hij wat hij altijd deed: hij publiceerde op Facebook. Het waren nieuwe gedichten, laatste gedichten — hij liet het zelfbeklag (een signature dish) vallen en wat hij schreef werd harder, minder opgelegd-sentimenteel. Waar hij eerst af en toe raak schoot in een serie lossere flodders, kregen zijn gedichten de geslotenheid van een pantser, juist omdat hij zijn dekking liet zakken. Er was niets meer om zich achter te verbergen of zich boos over te maken. Lees verder
Vanaf 2021: op de zaterdag en zondag een Gedicht van de dag. Met een korte inleiding, en gepubliceerd om 9.30 AM. Kortom, weekendgedichten; in 2021 plusminus 100 keer Heeft u een gedicht dat geschikt is voor deze rubriek op het oog: mail het mij. Zie de contactknop op de voorpagina.
De gedichten van Jacobus Revius zijn een nagekomen bericht uit de renaissance. Nadat Revius (1586-1658) in zijn studententijd de renaissanceliteratuur had leren kennen, voegde hij er zijn eigen calvinistische Nederlanderschap aan toe — met al bij al redelijk spectaculaire gevolgen in de dichtsfeer. Ik ken weinig Nederlandstalige dichters die zo strak in de maat kunnen lopen en en passant aan inhoud doen. Revius is een religieuze voorzaat van Menno Wigman. Lees verder
De Bezige Bij bracht tussen 2014 en eind 2016 negentien heruitgaves van het werk van Georges Simenon. Romans en Maigrets door elkaar heen. Het leek erop dat Simenon eindelijk goed vertaald beschikbaar zou raken, in mooie edities en tegen schappelijke prijzen. Na 2016 werd het stil, tot er dit jaar plotseling weer drie romans verschenen: Het rapport van de gendarme, Manesteek en Gebeier van Bicêtre. Manesteek is voor het eerst in het Nederlands beschikbaar en dat is toch een soort nieuws – dat geheel aan de Nederlandse literatuurbeschouwing voorbij is gegaan. Lees verder
Ik zat – het was voor de coronacrisis, het virus speelde zich alleen af in China, het heette de Kung Flu – bij M in de huiskamer en keek naar een film. Zulke montage had ik nog niet eerder gezien. Teksten die opdoken en weer wegdeemsterden. Aan elkaar geplakte, op het eerste gezicht niet-bij-elkaar-horende beelden. Sprongen in de tijd (heen en terug). De teksten waren erg basic en ze verbonden die hoog-esthetische beelden. Alles werkte mee om me buiten de film te houden en toch wilde ik geen seconde missen. (Lees verder onder de foto.)
Recente reacties