Graham Greene signeerde zeldzame exemplaren van zijn boeken stiekem, als hij in antiquariaten was. Hij ging ervan uit dat die gesigneerde exemplaren ooit veel geld waard zouden zijn. Dat lees ik in het vermakelijke en weemoedig stemmende artikel The demise of the second-hand bookshop van Alexander Larman (die het weer uit een boek van John Baxter heeft). Lees verder
Categorie: Uncategorized (Pagina 8 van 12)
Arme Herman Brusselmans. Hij schreef al meer dan tachtig boeken (eenentachtig, namelijk) en nog is hij de outcast van de Nederlandstalige literatuur – al is hij wel een outcast met een column voor een Belgisch weekblad en een positie als jurylid bij De slimste mens, Belgische versie (een versie die net zo gruwelijk is als de Nederlandse, trouwens). Een outcast die gehoord wordt, dat is Herman Brusselmans. Een tot het establishment behorende outcast. Een rebel voor de massa. Lees verder
Ik kijk naar de verfilming van Die Legende vom heiligen Trinker van Joseph Roth, met Rutger Hauer in de hoofdrol. Het verhaal van Roth is sympathiek, een sprookje over iemand die drinkt en ten onder gaat. Hij schreef met kennis van zaken, Roth. Of hij heilig was weet ik niet, een drinker was hij zeker. Lees verder
Dram dram dram dram dram. Leesbevordering lijkt de laatste tijd een beetje op schimmel in de badkamer: je kunt die wegpoetsen maar de volgende dag zit de muur weer onder de donkere plekken. We moeten LEZEN om betere mensen te worden. Deze keer zegt Stine Jensen (die Grisham leest, maar goed) het, in NRC Handelsblad. Lees verder
Sinds Gerrit Kouwenaar weten we: Het duurzaamst bouwen is het breken. Kunst ontstaat niet alleen als je iets maakt. Je moet er soms iets voor kapotmaken. Soms voldoen de bekende methoden niet en dient er een lyriek te worden afgeschaft, of neem je een handvol woorden/beelden en schept een nieuw verhaal/beeldend werk. Kunst is geen zaak voor de teerhartigen. Lees verder
Wat een merkwaardig geval van metoo, de reactie die Marc van Oostendorp schreef op mijn stuk over hem. Lees mijn stuk hier en lees Van Oostendorps reactie hier.
Marc van Oostendorp gedraagt zich in zijn weerwoord als een man die op zijn point d’honneur is getrapt en daar even van moet bijkomen. Dat is hij niet gewend, in de bubbel waarin hij werkt, tegenspraak. Wat dat betreft lijkt hij wel een beetje op Thomas Vaessens, die mij na een woordenwisseling eens toebeet of ik wel wist wie hij wás. Ik wist wie hij was. Een kinderachtige macho in de academische wereld, net als Marc van Oostendoorp. Daarna is boeken over auto’s gaan schrijven. Thomas, niet Marc. Lees verder
Dit is mijn verhaal ‘Het snookerjaar, brief aan M’ uit Een zoon van Limburg. Ik heb het, omdat het WK Snooker nu lekker op gang komt, herschreven. Na herlezing dacht ik: ‘Wat is het toch lang geleden dat ik dit schreef; nu zou ik een en ander anders aanpakken; en sommige gegevens zijn achterhaald door de tijd.’ Lees maar wat er staat, hieronder: Lees verder
Vanochtend schreef ik deze beschouwing, die Marc van Oostendorp een reactie ontlokte. Ziehier:
Beste Chrétien,
Af en toe duik je op in mijn timeline en meestal is dat om jouw en mijn volgers erop te wijzen dat ik geen schrijver ben. Ik heb dat altijd een wat wonderlijke bewering gevonden en er verder nooit veel aandacht aan besteed, maar door je blogpost van 9 augustus jl. waarin de mededeling opnieuw voorkomt, meen ik hem wat beter te kunnen duiden. Lees verder
‘Je mag van mij van alles en nog wat ter discussie stellen, maar niet de waarde van het lezen.’ – Soms grijpt de Neerlandistiek naar de handrem die hysterie heet, om een deel van het vakgebied te beschermen. Marc van Oostendorp, iemand die in zijn late jeugd meewerkte aan de digitalisering van een deel van de Nederlandstalige poëzie, waardoor een levensgevaarlijke ontwikkeling inzette, het lezen van het scherm, oh! het arme boek dat dreigde te verdwijnen, maar ja, Marc was toen hip en happening en alles van waarde moest nog weerlozer worden gemaakt, enfin, Marc van Oostendorp, de schrijver van de hierboven geciteerde zin, is in zijn column ‘De grottekening’ de handrem van dienst. Lees verder
Herinneringen zijn als Cees Nooteboom: je weet nooit precies wat er allemaal in zit en ze hebben de neiging te gaan liggen waar ze willen (en staan dan niet meer, of alleen met de grootste tegenzin, op).
Ik herinner me bijvoorbeeld een grapje van Freek de Jonge uit het begin van de jaren tachtig, dat eindigde met een sneer naar middenstanders. Als we naar middenstanders gaan luisteren, staan we binnen de kortste keren met de rechterarm omhoog Heil Hitler te schreeuwen. Ik parafraseer, maar zoiets was het. Lees verder
Recente reacties