- vanaf 11 juni 2020 -

Over Gerwin van der Werf en het morele kompas

Afgelopen zaterdag (4 juli 2020) verscheen de laatste Letter & Geest, de mooie boeken- en nadenkbijlage bij Trouw. Dat is een verlies, op zich, al komt er ongetwijfeld iets aardigs voor in de plaats. Bijlagen komen en bijlagen gaan, en het geklaag en/of geween over verdwijnende bijlagen blijft altijd bestaan. Wat ik hoop: dat Gerbrand Bakker, Leonie Breebaart en Janita Monna hun vaste rubrieken voort kunnen zetten (als ik het goed begrijp, is E.J. Harmens al na bewezen diensten ontslagen). En laat ons bidden: moge het vreugdeloze netwerkverschijnsel Rob Schouten of tot inkeer komen, of stoppen met het schrijven van recensies.

Wat mij opviel in de laatste Letter & Geest, was wat Gerwin van der Werf, recensent voor de bijlage, zei. Ik citeer:

Ik bespreek geen goede bekenden, Trouw verbiedt dat en ik zou het zelf ook niet willen. Gelukkig ben ik ook een beetje een buitenstaander, niet zo’n spin in het web van de literaire wereld. En verder vaar ik op mijn morele kompas.
Ja, veel schrijvers heb ik weleens gezien of gesproken. Als recensenten allemaal maaltijdbezorger zouden worden of überchauffeur, en helemaal los van de literaire wereld romans zouden bespreken, zou je iedere schijn van belangenverstrengeling vermijden. Maar een recensent moet op de hoogte zijn van het literaire discours. Dan moet hij dus ook in die literaire wereld en op festivals rondlopen.
Sommige recensenten hebben langdurige fitties met schrijvers die ze niet kunnen luchten of zien. Daar heb ik geen last van, ook omdat ik niet hard genoeg ben. Ik blijf altijd respectvol, ook als ik kritisch ben.

Als Trouw het recenseren van goede bekenden verbiedt, zijn er zeker medewerkers die tegen die stelregel zondigen. Rob Schouten bijvoorbeeld, of vroeger: Jaap Goedegebuure. Ik vraag me af of het allemaal echt zwart op wit vastligt, maar als het zo is, denk ik ook dat het onzin is. Een recensent mag best kennissen bespreken. Wat dat met een moreel kompas te maken heeft, is me niet duidelijk. Behalve als het hebben van een moreel kompas betekent dat je boeken van kennissen niet affakkelt omdat het kennissen zijn. Dat is niet zozeer een morele kwestie, maar meer een kwestie van geen ruggengraat hebben.

Gerwin van der Werf, die ik een paar keer heb ontmoet en die mij een beetje kent (we hebben zelfs eens in Praag koffie met elkaar gedronken), mag volgens zijn of Trouws richtlijnen geen boeken van mij bespreken. Daarom zal mijn werk niet zo gauw in Trouw worden opgemerkt: Rob Schouten en Jaap Goedegebuure negeren het, om hun moverende, netwerktechnische redenen. Omdat ik Gerwin ken, zal ik, zo lang hij bij Trouw werkt, nooit worden besproken in die krant. Dat is slecht voor mij (en slecht voor de krant), en het is slecht voor het gesprek over literatuur. Dat wordt daardoor beknot.

De generatie schrijvers voor wie het er in deze jaren op of onder is, zeg alle auteurs tussen de 45 en 60 jaar oud, kan alleen maar iets gaan voorstellen als er geen angst meer is voor onderlinge kritische reflectie. Het is een lelijke woordcombinatie, maar het klopt wel. Als wij al niet van elkaar kunnen zeggen wat we van elkaar vinden: wie dan wel? De literaire wereld is niet eng en klein, de literaire wereld is oneindig. En het is aan ons om die te exploreren. Belangenverstrengeling? Liever met of via Gerwin dan via de een of andere netwerkschrijver of schijnbaar-onafhankelijke recensent. Ik heb liever een kritische recensie van Gerwin van der Werf dan helemaal geen recensie, of dan een recensie die van de onoprechtheid aan elkaar hangt.

We moeten maar eens ophouden met dat gemauw over morele kompassen en fitties. Er is geen reden om op dat kompas te varen en a fittie a day keeps Rob Schouten en Jaap Goedegebuure away. We moeten elkaars werk maar eens langs de beste meetlat leggen die we kennen: de onze. In mijn geval dus: de mijne. En in Gerwins geval: de zijne. Als hij iets over mijn werk te mekkeren heeft, hoor ik dat graag. Ik zal het hem niet nadragen, integendeel: ik zal er als het kan mijn voordeel mee doen. Het gesprek over literatuur zou er, zowaar, van opknappen, naar de letter en in de geest; de literatuur heeft wel behoefte aan wat meningen en daadkracht.

 

2 reacties

  1. OnnoK

    überchauffeur??

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 De Nieuwe Contrabas

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑