Hans en Chrétien signaleren het toenemend gevaarloze karakter van het verschijnsel ironie, waarbij Chrétien het CPNB-speldje voor Marcel van Roosmalen als voorbeeld aanhaalt. Verder aandacht voor twee nieuwe projecten rond het oeuvre van dichter Arjen Duinker en het gedoe omtrent de door Boskalis gesponsorde Grote Poëzieprijs. Tot slot: montere besprekingen van ‘Hoe ik de vissen ontmoette’ (Ota Pavel) en ‘Meesterwerk voor de prullenbak’ (Stella Bergsma). Luister, like en abonneer.
Hans en Chrétien lazen voor deze aflevering Hoe ik de vissen ontmoette van Ota Pavel en Meesterwerk voor de prullenbak van Stella Bergsma. De facebookgroep met alle gedichten van Arjen Duinker staat hier >> Regelmatig even luisteren naar het fijne stemgeluid van Duinker? Ga naar De Dagelijkse Duinker >>
Podcast: Play in new window | Download (Duration: 52:07 — 71.6MB)
Van Ota Pavel, geweldig boek! Zeer optimistisch schrijver met een zichzelf vernederend laagje. In een van de eerste verhalen, als hij acht jaar is, en zijn oom waarvan hij denkt dat die een hekel aan hem heeft, hem vissen leert. Hij vangt een vis en oom spijkert deze als trofee aan de schuurdeur. Trots kijkt de klein Pavel ernaar. Na verloop van tijd haalt oom het weer weg, en opnieuw de kleine Pavel dat oom een hekel aan hem heeft.