Uit de melee van boeken die ik in 2023 voor De Nieuwe Contrabas podcast heb gelezen, springen er twee uit. Dit heeft niet zozeer met een smaakoordeel te maken (helemaal niet zelfs, denk ik), maar met de onverwachte weerstand die deze boeken blijken te bieden bij mijn poging om het nieuwe leesjaar, voor zover mogelijk, in een frisse (blanco) stemming te beginnen. De twee eruit springende boeken zitten die stemming, kortom, in de weg: ze hebben zich stilletjes een plekje verworven tussen mij en de gewenste opgeruimdheid. En in plaats van daar narrig over te zijn, gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat het een kwaliteit van die twee boeken is dát ze me in de weg zitten. Het zijn als het ware twee breedgeschouderde grenssoldaten. Ze laten zich niet opzij zetten. ‘U komt het gebied van de Opgeruimdheid niet in,’ zeggen ze onvermurwbaar.
De twee boeken waarover ik spreek zijn Niet niks van Hiske Dibbets (ondertitel: Een jaar met de dood op mijn hielen) en Ik schrijf u vanuit Moskou van Alexander Snegirjov (ondertitel: Een verboden dagboek). Hoe kan dat nou? Doorgaans vind ik memoires en dagboeken algauw stomvervelend, op het randje van pedant. Maar Dibbets en Snegirjov zijn erin geslaagd de negatieve kant van het genre – de extreme focus op het eigen gevoelsleven, de net iets te koket onthulde, persoonlijke ontboezeming – volledig uit te roeien. En wat zij ervoor in de plaats zetten is me dus kennelijk, in de drukte van het vele lezen, bijgebleven. Lees verder
Recente reacties