Er is vonnis gewezen in de zaak tussen DPG Media en Arjan Peters. De hele tekst is hier na te lezen. De laatste twee paragrafen vatten alles samen en bevatten de uitspraak:
20. De verklaring voor recht waar [verweerder] om heeft verzocht zal worden afgewezen. Van ondeugdelijk onderzoek naar de gedragingen van [verweerder] is niet gebleken. Er circuleerden al geruime tijd geruchten over [verweerder] . Hij heeft die steeds weggewuifd en weersproken dat hij grensoverschrijdend of intimiderend gedrag had vertoond. Juist omdat zijn chef en de hoofdredactie van de Volkskrant [verweerder] lange tijd op zijn woord zijn blijven geloven, is het interne onderzoek pas laat op gang gekomen en dit werd nog bemoeilijkt doordat de vrouwelijke auteurs – om hen moverende redenen – zelf niet hebben geklaagd en er voor kozen om anoniem te blijven. De bevindingen van het interne onderzoek, die aan [verweerder] zijn voorgelegd voor commentaar, en diens reactie daarop rechtvaardigden het besluit om [verweerder] op non-actief te stellen. Dat het besluit door de media is opgepakt, kan DPG Media niet worden verweten. [verweerder] is nu eenmaal een landelijk bekend recensent. De hoofdredactie van de Volkskrant is over de kwestie pas naar buiten getreden, nadat er publicaties in diverse landelijke media verschenen. In haar uitingen heeft zij voldoende terughoudendheid betracht. Het was onvermijdelijk en, gelet op de voortgaande geruchten en de publicaties in de landelijke media ook in het belang van [verweerder] , dat de krant iets over de kwestie naar buiten bracht. Het lijdt geen twijfel dat [verweerder] te lijden heeft gehad en nog steeds heeft van alle publiciteit, zoals hij stelt. Dit kan DPG Media echter niet worden verweten. Van het onderzoek van Hoffmann kan niet worden gezegd dat het onzorgvuldig is, voor zover het om de gevoerde gesprekken gaat en de verslaglegging daarvan. In feite heeft Hoffmann het interne feitenonderzoek nog eens overgedaan. Het is echter niet aan Hoffmann om het gedrag van [verweerder] te beoordelen, zoals zij aan het eind van de Management Letter in een samenvatting heeft gedaan. Dat valt ook niet binnen het doel van haar onderzoek. Het is aan DPG Media om conclusies te trekken. Omdat de bevindingen uit het interne onderzoek door het onderzoek van Hoffmann werden bevestigd, hoefde DPG Media [verweerder] niet nogmaals om een reactie te vragen.
21. De slotsom luidt dat de verzoeken van DPG worden toegewezen en die van [verweerder] worden afgewezen. De kantonrechter ziet niettemin aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Hoffman is Hoffmann Bedrijfsrecherche, een bedrijf dat in opdracht van DPG Media onderzoek deed naar Peters’ handel en wandel. De tekst van het vonnis is zo uitgebreid en bevat zo veel persoonlijke details, dat je er plaatsvervangende schaamte van krijgt. Hoewel Peters verwijtbaar handelde, wat DPG volgens het vonnis het recht geeft om de arbeidsovereenkomst met Peters te verbreken, blijken de sappige anekdotes waarvan tijdens de kleine mediastorm sprake was niet te hebben plaatsgevonden of sterk te zijn overdreven. Peters legt zich dan ook niet bij de uitspraak neer. Hij gaat in beroep.
Wat blijft, is het ongemak. Toen Peters nog actief was als recensent, leek hij met het jaar meer te gaan geloven in zijn rol als Groot Beschouwer van het Literaire Veld. Zijn toon verschoof van ironisch naar super-ironisch, zijn gedrag van losjes naar intimiderend. En hij kluste er wel erg veel bij in de interviewhoek, tijdens welke klussen de integriteit van zijn ambt onder druk kwam te staan (persoonlijk vind ik dit net zozeer een reden om hem de wacht aan te zeggen en/of te ontslaan dan de reden die DPG van stal haalde).
Arjan Peters is, het vonnis lezend, vooral een tragische figuur. Een man van de literatuur die naar aanzien in het ‘echte’ leven haakte. Een criticus die zichzelf niet in de hand had. Alleen: hij is niet de enige tragische figuur in ‘het wereldje’. Integendeel. Alleen weten veel anderen het beter te verbergen, of vertegenwoordigen ze (nog) meer macht. Peters heeft zich een beetje dom gedragen, zou Maxima zeggen. Die domheid combineerde hij met hoogmoed en handigheid in het naar zich toetrekken van meer, meer, meer macht. Dat bracht hem, uiteindelijk, ten val.
Ik vind dat jammer. Ooit was Peters een goede criticus. Ik bewonderde hem wel. Hij was iemand die nog niet was verworden tot een beroepsjurylid en -interviewer die zijn kritieken gebruikte om reclame te maken voor zijn nevenactiviteiten. Iemand die nog niet verworden was tot een vrouwenliefhebber met een iets te dubbele en dubbelzinnige agenda. De literaire wereld kan het boek Peters opgelucht sluiten – maar het zou beter zijn om eens diep in het eigen hartje te kijken.
Geef een reactie