Zijn besluit en treinontsluit was één onroerende goedendag geworden: hij wou en zou door het bestaan vlieden op zijn achttiende jaar. De rest kon hem ontstolen worden. De zeer middelmatige aanlering op school zat hem tot boven het beoor. En het universitaar zat hem meteen ook tot daar, ofschoon hij wist dat hij daar niets van af wist. Maar de trekking van dit gevolg niettegenstaand, bracht hem niet van de wijs en weerspiegelde zijn juist inzichtelijk ter saké alsof hem door het ultranatrituurlijk in de voorhand ingegeven, op zijn minsterd als hij in aanmerking nam wat hij in het middelbaar gevaarte zes jaar lang had opgestoken. En tot op het bot had doorgestaan. En als een nootje was verkracht door ongure geesten in een toegeplakte doos van wel twintig jaar achterop.
Dit is de eerste alinea van het tweede verhaal uit Tandafslag, een verhalenbundel van C.C. Krijgelmans die het balanseer in 2007 uitgaf en dit jaar heruitgeeft. Het boek bevat proza waar ik naar kijk, zonder precies te begrijpen wat ik zie. Dat onbegrip speelt zich af op woordniveau (treinontsluit? ultranatrituurlijke?) en op zinsniveau: wat gebeurt er hier precies allemaal en waarom koos de auteur voor deze rangschikking van woorden?
Toch heeft het proza van Krijgelmans iets wat me intrigeert; juist omdat de auteur er veel, zo niet alles aan doet om de lezer buiten de tekst te houden. Krijgelmans is niet van het communicatiemodel; hij is een schrijver die zijn persoonlijke legoblokkendoos leeggooit en dan begint te bouwen. Het is niet de bedoeling dat iemand anders aanschuift om gezellig mee te doen. In het legogebouw van Krijgelmans zitten ramen noch deuren.
Als mensen zeggen dat ze van lezen houden, zullen ze niet snel van Krijgelmans werk houden. Lekker lezen is iets anders dan lezen en ik moet zeggen dat ik, als lezer, alle zeilen bij moet zetten om Krijgelmans te kunnen volgen. Wat ik dan als beloning krijg is: tekst. Tekst die volledig in zichzelf gekeerd blijft en zich heel moeilijk, of niet, prijsgeeft. Ik sta tegenover het raadsel van de auteur die zich uitspreekt en niets van mij moet hebben.
Ik sta tegenover het grote raadsel waarmee het lezen ooit begon. Wat staat daar? Wat betekenen die lijnen, die tekens op het wit? Wat willen ze zeggen? Wat willen ze zeggen tegen mij? Ik wil deelhebben aan dit raadsel, leer me hoe. Ik ben weer vier jaar oud en teken de letters uit de krant na. Enfin, kom, nu niet dramatisch doen. En toch geeft Tandafslag me dat gevoel. Ik vraag me af hoe lang ik Krijgelmans moet lezen voordat ik hem, en nu weet ik niet of ik deze zin met een toepasselijk en gepast woord ga eindigen, begrijp.
Kijk maar naar de foto, die ik op de website van het balanseer vond. Hier zit een schrijver. Mooi detail: voor hem staat een glas witte wijn. Het wit van het haar, het donkerste donkerblauw van het colbert, het wit van de boekpagina en het zwart van het omslag. En een fijne BIC om mee te schrijven. Een blauwe, die mooi half-contrasteert met de witte wijn (die, natuurlijk, niet wit is). Hier zit een auteur en niet zomaar iemand.
Geef een reactie