- vanaf 11 juni 2020 -

Het ongemak (rond Louise Glück en poëzie)

Toen Louise Glück de Nobelprijs kreeg, ging er schok door de redactielokalen. Louise Wie? Een dichteres uit Amerika, bekend in eigen land en verder redelijk obscuur – wat gebeurde hier precies? De schok had, naast de onbekendheid van de auteur, te maken met het genre dat ze beoefent, poëzie. Andere recent bekroonde dichters, zoalsTomas Tranströmer overkwam hetzelfde. Horen die schrijvers eigenlijk wel bij de literatuur? Zijn het wel auteurs?

In vroeger dagen zou ik dit onbehagen hebben weggezet als kortzichtig. Mensen weten niks van de dichtkunst en zijn daarom niet in staat om het belang van Tranströmers of Glücks werk in te schatten. Tegenwoordig denk ik daar anders over. Ik vind het onbehagen zinvol en zou de vragen die ermee gepaard gaan beantwoorden met ‘nee’. Het werk van zowel Tranströmer als Glück staat los van wat er in de literatuur gebeurt. Het is als dichtkunst vermomde bevestiging van een achterhaalde opvatting van wat literatuur zou moeten zijn,

Neem één bladzijde van Haruki Murakami (om een kandidaat-winnaar van de Nobelprijs te noemen): daarin vind je veel meer ‘poëzie’ dan in het werk van alle dichters ter wereld. Is dit een boutade? Dit is een boutade. En toch heb ik gelijk. In zekere zin kunnen Tranströmer en Glück er niks aan doen, dat ze geen poëzie schrijven en op valse gronden in de literatuur zijn gesmokkeld – het ligt aan de jury’s die de bekroningen regelen dat ze onterecht op een schild worden gehesen.

Wie de gedichten van Glück leest die over het web zwerven, weet meteen genoeg. Alweer een auteur die precies brengt wat de tuitjesmonderige burgerij fantastisch vindt. Gevoelige regels over gevoelige onderwerpen. Een echt buffet voor de fijnproever, het zou me niet verbazen als Wiljan van den Akker al aan het vertalen is geslagen. Die herkent kitsch op kilometers afstand en over elke oceaan heen. Glück zal het lot van Wisława Szymborska delen en eindigen op een tegel in een toilet in een meer dan modaal huis in een meer dan modale buurt in een welvarend land.

Dood-bekroond zonder het onbehagen te benoemen of onderkennen – dat krijg je ervan.

2 reacties

  1. Joke van overbruggen

    Van Louise Gluck had ik nog nooit gehoord totdat ze de Nobelprijs voor de Literatuur won.
    Van Wislawa Szymborska ook niet, totdat ze de Nobelprijs voor de Lteratuur won in 2006.
    Deze twee dichteressen zijn totaal niet met elkaar te vergelijken, behalve dan dat “ze brengen
    wat de tuitejesmonderige burgerij fantastisch vindt”.
    Toch vind ik dat Wislawa Szymborska heel geestige gedichten heeft geschreven.

  2. Joke van Overbruggen

    Nu schiet me nog een naam van een Nobelprijs voor de Literatuurwinnares te binnen (2004)
    Elfride Jelinek, een van de belangrijkste schrijvers van Midden-Europa, lees ik
    op de binnenflap van de roman Liefhebben.
    Ik heb het niet uit kunnen lezen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 De Nieuwe Contrabas

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑