Van Astrid H. Roemer heb ik één boek gelezen, omdat ik dat ooit van iemand kreeg voor mijn verjaardag. Het is een novelle, Waarom zou je huilen mijn lieve, lieve… Een aardig verhaal, met een bitter einde. Ik ga dat einde niet verklappen, dat doet Wikipedia al. Verder is het oeuvre van Astrid H. Roemer een blinde vlek in mijn leesleven. Gisteren schaamde ik me daar plotseling voor, alsof ik al die jaren tekort heb geschoten. Nu krijgt ze, na de P.C. Hooftprijs de Prijs der Nederlandse Letteren. Hoger kan een auteur in Nederland niet stijgen. Het eerste gemor is al hoorbaar: betreft het hier een bekroning van een oeuvre of van een afkomst? Zelfs voor dat gemor schaam ik me. Ik vraag me af of die schaamte gerechtvaardigd is, of dat ik me de leeswet dreig te laten voorschrijven om van het almaar aanzwellende getetter van de inclusiviteitslieverds af te zijn. Hoe dan ook, ik ga een paar boeken van Astrid H. Roemer lezen. Ik wel.