Mensen met een (te) groot talent zijn eenzaam. Ze begeven zich op terrein waar niemand anders, of bijna niemand anders, kan komen. Misschien weten of beseffen ze dat niet, maar het is wel waar. Die eenzaamheid bepaalt en doordringt hun leven. Zelfs als ze altijd omringd zijn door andere mensen, staat die eenzaamheid als een muur tussen de getalenteerde en de rest van de wereld.

Topsporters, acteurs, kunstenaars, – als ze zich op een bepaald niveau begeven, valt de begroeiing weg en wordt het landschap kaal, de lucht ijl. En de wereld vindt dit niet gezellig. Eenzaamheid én een groot talent hebben is onverdraaglijk, behalve als de eenzame getalenteerde ‘een verhaal’ heeft en zich gemakkelijk laat bewonderen door de mensen die hem willen bewonderen. De eenzame getalenteerde moet af en toe op een gewoon mens lijken, anders is er niks aan. Lees verder