- vanaf 11 juni 2020 -

BOEKENBAL 2024: ‘Mooie mensen’; en de plicht om te genieten

Als je een kaart hebt voor het Boekenbal en er dwarrelen allerlei zaken door je hoofd, is er altijd nog je omgeving die je eraan herinnert dat het toch echt een eer is om op het Boekenbal te mogen verschijnen. Zo liep het ook bij mij: terwijl ikzelf steeds vergat mijn digitale uitnodiging te downloaden, informeerden intimi mij dat het bal voor de deur stond.

Toen ik vanuit de regio Rotterdam naar de hoofdstad reed, mijn auto parkeerde en door een miezerregen naar de Stadsschouwburg liep (tegenwoordig ITA geheten, International Theatre Amsterdam – lang leve de verengelsing!), wilde de euforie, of een aftreksel daarvan, maar geen vat op me krijgen, zeker niet toen bleek dat ik twintig minuten á een half uur in een nauwelijks in beweging te krijgen rij moest staan om binnen te komen. (‘Wat gebeurt er bij de ingang? Krijg je een rectaal onderzoek of zo?’ appte ik naar mijn eveneens uitgenodigde podcast-vriend.)

Eenmaal binnen overviel me een obstructief soort initiatiefloosheid. Als iedereen zo overduidelijk zijn best doet mooi en vrolijk te zijn, zo interessant mogelijk te communiceren en het woord ‘netwerken’ als een onhoorbare hartenklop boven de menigte hangt, schreeuwt alles in mij om sip en sikkeneurig in een hoekje te gaan hangen, wat in mijn geval niet betekent dat ik ook echt in een hoekje sikkeneurig ga zitten wezen, maar mezelf rond sleep op een manier die noch mijzelf noch de feestgangers in verlegenheid brengt. Hetgeen dan mijns ondanks toch nog hier en daar ontmoetingen, geintjes en niet al te nietszeggende gesprekken oplevert.

Er deden zich zelfs drie of vier gebeurtenissen in mijn onmiddellijke omgeving voor die het wellicht waard zijn om in dit verslag mee te nemen, maar dat aantal zou de indruk kunnen wekken dat ik het al met al toch een bijzondere avond vond en dat was het in mijn beleving – misschien met mijn initiatiefloosheid als hoofdschuldige – nou juist niet. Daarom beperk ik me tot slechts een moment.

Terwijl ik iets na half drie ’s nachts op tien stappen afstand van de garderobe al half van plan was mijn jas te gaan opeisen en ik met twee jonge redacteuren van een satirisch universiteitsblad in de afrondende fase van ons gesprek meende te zijn aanbeland, kwam daar ineens de boomlange reporter van het RTL Nieuws aanzeilen, die ik vanaf mijn bank regelmatig in een bom-vest en met een helm op verslag zie doen vanuit een conflictgebied. In een intimiderend strakke smoking voegde hij zich ineens bij ons groepje en trok ons, geheel onbedoeld, nogal hard uit onze wat stoffige conversatie over schrijfstijlen, poëzie en de ons inziens zieltogende romankunst: kon hij het helpen dat hij louter door zijn opdagen ineens de gruwelen van Gaza en de Oekraïne-oorlog op ons netvlies deed verschijnen en zo onze laatste restjes illusie omtrent een relevante conversatie wegblies?

Nee.

Omdat wijzelf op dit late uur niet meer zo scherp waren, zelfs niet met de op ons gerichte, priemende blik van de boomlange reporter, besloot de RTL-coryfee zijn geluk algauw ergens anders te gaan beproeven, maar niet nadat hij verklaard had hoezeer het Boekenbal hem als intermezzo aan het hart lag, na weer een jaar oorlogen en opstanden achterna te zijn gereisd. Hij zei, zonder een zweem van ironie: ‘Dit is toch geweldig? Een avond met zoveel mooie mensen bij elkaar? Daar móet je van genieten!’

Nadat ik mijn jas had geïncasseerd voelde ik me helemaal niet mooi (de hele avond al niet) en wat het vermogen tot genieten betreft dacht ik: misschien helpt het als ik voor mijn volgende Boekenbal eens ga rondsnuffelen in Gaza en kennismaak met de geur van babylijkjes.

2 reacties

  1. Joke van Overbruggen

    Leuk hoor die auteursparade, jammer dat ik er niet bij kon zijn dit jaar.
    Familiefeestje.

  2. Robert Kruzdlo

    Dit verslag geschreven met een kater¿

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 De Nieuwe Contrabas

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑