Dichters schrijven over het schrijven van gedichten. Het is onvermijdelijk. Ik lees dat soort gedichten graag. Meta is mijn tweede voornaam. Dichters lijden. Dat is even onvermijdelijk. Ook daar schrijven ze over. Mij is het beschreven leed niet snel te dol. Paul Rodenko was essayist en dichter, zijn hele leven hing van de dichtkunst aan elkaar. Hij dronk. Om niet te zeggen: hij zoop. Daarnaast plaveiden geldzorgen en gezondheidsproblemen zijn weg naar de hel, waarvan hij in 1976 op zesenvijftigjarige leeftijd het eindpunt bereikte. Lees verder
Maand: januari 2021 (Pagina 1 van 2)
Onderstaand stuk stond op 26 januari 2011 in NRC/Next. Een paar dagen later plaatste de echte NRC het door. Er kwamen reacties, geschreven door Gerwin van der Werf (zie hier) en Arjen Fortuin (zie hier). Arjen Fortuin is later voor straf tv-recensent moeten worden. Ongetwijfeld is er toen ook ‘gediscussieerd’ over mijn wijze woorden, die nog steeds actueel zijn. Is er dan iets veranderd in tien jaar? Nee — al is er in lock down weinig te doen in alle bibliotheken, achterafzalen en buurtcentra. Goddank. Geen gedicht vandaag, dus. Bij wijze van eendags-moratorium. Morgen weer. Warte nur.
***
De laatste donderdag van januari is de enige dag in het jaar waarop alle Nederlandstalige dichters tegelijk aan het wérk zijn en zich als een schimmel over het land verspreiden. Het is dan namelijk Gedichtendag in Nederland en Vlaanderen.
Mocht u morgen in een boekhandel, café, wijkbureau, instelling voor zorg en onderwijs of gewoon, op straat moeten zijn, grote kans dat u een dichter hoort voordragen. Van beroemd tot totaal onbekend, van professioneel tot amateuristisch, iedereen die wel eens drie of meer zinnen onder elkaar heeft gezet, zwermt uit. Lees verder
Hans springt in de bres voor ‘moddervette succesromans’ als Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer en De rat van Amsterdam van Pieter Waterdrinker. Chrétien wijst ze af als ‘imponeerkunst’. Verder een bespreking van het debuut van Kira Wuck, Knikkerkoning, en de eendrachtige filering van een braakrecensie van Kees ’t Hart in De Groene Amsterdammer. Tot slot van deze eerste aflevering: nieuwe leestips.
Productie: Erik Lindenburg.
Podcast: Play in new window | Download (Duration: 47:11 — 64.8MB)
In 1991 keek ik voor het eerst naar CNN, tijdens de Eerste Golfoorlog. Wat was dat nieuw en hip, live kijken naar journalisten die zich midden in een (beginnende) oorlog bevonden. CNN was sowieso iets nieuws, voor mij, toen. En zond twee programma’s uit waar ik verslingerd aan raakte. Crossfire en Larry King Live. King was minder politiek dan de heren van Crossfire en straalde, dankzij overhemd en bretels, de juiste mix van formeel en casual uit. Lees verder
Petrus Augustus de Génestet (P.A.) leefde tussen 1829 en 1861. Hij stierf in Rozendaal, het dorp waarin zijn collega-dominee Guillaume van der Graft (Willem Barnard) in de twintigste eeuw óók diende. De begraafplaats van Rozendaal is mooi. Je gaat er bijna van reikhalzen naar het graf. Zo mooi wonen de meeste mensen bij leven niet.
Veel weet ik niet over leven en werken van De Génestet. Toch staan twee van zijn gedichten in mijn persoonlijke canon, en ‘Boutade’ is er daar één van. Het staat hieronder, op een jpg die ik maakte van de versie die DBNL verspreidt. Ik moest eraan denken toen ik het eerste gedicht van Lieke Marsman als Dichter des Vaderlands las. Lees verder
Kan een veredeld telefoonboek literatuur zijn? Is de literaire canon niet te blank en te mannelijk? En moet de beroemde, Vlaamse fotograaf Stephan Vanfleteren vooral blijven fotograferen of kan hij ook schrijven? Verder: leestips en het laatste nieuws over Chrétiens idool, Tommy W. Dit en meer bespreken Hans en Chrétien in de pilotaflevering van de De Nieuwe Contrabas PODCAST. Productie: Erik Lindenburg.
Podcast: Play in new window | Download (Duration: 52:32 — 72.1MB)
Dit is een gedicht uit Totaal witte kamer van Gerrit Kouwenaar, de bundel die zijn definitieve canonisatie inluidde. In 2002, alweer achttien jaar geleden. Kouwenaar is inmiddels dood en ik weet niet of zijn gedichten nog ruim gelezen worden – ze zijn in elk geval de moeite waard. Soms. Ik heb onderstaand gedicht eens heel precies gelezen en het viel me niet mee. Lees verder
Toen ik naar Praag verhuisde, nam ik één dichtbundel mee. Ademgebed van Martijn Teerlinck, de Jotie T’Hooft van begin begin deze eeuw. Ik heb de bundel vaak doorgebladerd, en elke keer dacht ik dan aan de enige keer dat ik Teerlinck in het echt zag en hoorde. Tijdens zijn voordracht leek het of hij zichzelf transformeerde tot een vlinder of een libelle, zijn armen werden vleugels die op en neer bewogen, soms snel, soms langzaam; een sloom ogend iemand, zoekend naar ruimte of beweging. Lees verder
De campagne Steun je boekhandel van CPNB, Hebban en een paar andere partijen is sympathiek en vervult met plaatsvervangende schaamte. Het gehengel naar klandizie heeft iets ongemakkelijks. Plotseling is de cultuur weer eens in gevaar en daar moet iets aan gedaan worden. Door ons. Door iedereen. Lees verder
Eind januari start De Nieuwe Contrabas met een eigen literaire podcast. Scherp. Onafhankelijk. Onredelijk. Gemaakt uit liefde voor de literatuur. De presentatoren zijn Chrétien Breukers, die zich afficheert als een ‘elitaire Limburger’, en Hans van Willigenburg, die kan leven met de titel ‘zomaar een Zuid-Hollander’. Lees verder
Recente reacties