Je kunt veel over Eus zeggen, en ook veel lelijks, maar gevoel voor humor heeft hij op een of andere manier wel. Gisteren droeg hij geen jas met een bontkraag. Hij droeg een jas met een capuchon. En niet een kleine capuchon, nee, een ENORME capuchon, groot genoeg om zijn hoofd helemaal in te verbergen. Van schaamte, om dat liefdeloze programma ‘over lezen’ dat hij maakt. Toch ben ik om. Ik heb alles bekeken, ook de kritiek op mijn vorige opstel over Eus, en ik ben tot inkeer gekomen. Niet goedschiks, helaas. Soli Deo gloria.
En de God, in dit verhaal, is Eus. Eus die een programma maakt dat ‘het lezen viert’ – en hoe! Ook gisteren weer werden we aan alle kanten in de watten gelegd, of beter: in de enorme capuchon van Eus gewiegd. Het begon al met een fijn gedicht, opnieuw!, en met de zangeres die zo mooi kan jammeren en kroelen. Ik vind Lakshmi oprecht het beste aan Eus’ Boekenclub, een ontdekking, en ze woont nog in Nijmegen ook. Er is naast Eus nog een God.
Daarna kregen we een heel erg meta-gesprek met Marion Bloem, schrijfster van kitschromans. Onlangs ten onrechte bekroond met een oeuvreprijs. Marion en Eus stegen op tot ongekende, theoretische hoogte, helaas zonder te vertellen waar Marions nieuwe boek ongeveer over gaat. Ik probeerde hardnekkig te bedenken dat we het lezen hier vieren. En niet het uitzinnige sacherijn van iemand die vaak literatuur leest en daarom uit regressieve sentimenten aan zoiets als een kwaliteitsoordeel vasthoudt. Weg ermee, met die laatstgenoemde figuur uiteraard!
De verzamelaar deze keer was iemand die plaatjesboeken van fabrieken spaart. Meen ik. Marion Bloem, mooie laarzen overigens, een beetje Grandma Mozes goes young again, stond erbij en keek ernaar. En begon zich hoogstwaarschijnlijk af te vragen waar ze beland was. In een viering! Gelukkig kwam daarna een politicus iets vertellen over Ivoren Wachters van Simon Vestdijk. Nooit zal ik op het CDA stemmen, maar Pieter Heerma stal mijn hart. Een mens, en hij sprak met liefde over zijn eigen exemplaar van de prachtige roman van Vestdijk. Er is hoop, zelfs op de puinhoop die leesviering kan zijn.
Ach ja. En toen moesten de dichter (mensen zijn gek op Joost Oomen, ik kan niet tegen die toon en dat werk) en de leesclub (met eh, eh… met mensen) nog komen. Mooi geschreven, vond de leesclub het boek van Marion Bloem. We moeten dat boek allemaal gaan lezen (viering!), ook al is het wel een dik boek (lange viering, gevaar voor zappen, grapje over maken). Dit alles afgewisseld door de eerder genoemde Lakshmi.
En dan laat ik de lieve mevrouw die een ‘biografisch’ boek over een gigolo heeft gemaakt nog even buiten beschouwing. Eus kreeg een beetje de giebels van het onderwerp en het zal ongetwijfeld helpen – maar serieus, welke soort lezen wordt hier gevierd? Ik denk: dat op zijn hondjes.
En wat de kritiek op mijn vorige opstel betreft. Onder een bericht van Tzum staan een paar reacties. Eén daarvan is van Jan van Mersbergen, maar omdat ik zijn proza nooit begrijp kan ik die niet samenvatten. Er is iets met een suggestieve uithaal naar het woord ‘bontkraag’. Victor Schiferli komt met iets meer substantie, maar ook hij valt in wat volgens mij een val is: ‘(…) we hebben het in de literaire wereld moeilijk, en ik denk dat we onszelf geen goede dienst bewijzen door een van de weinige pogingen die er op dit vlak zijn onder vuur te nemen. Dat is mijn enige boodschap.’
Als dat zo is, dan vraag ik me af waarom we ‘de weinige pogingen’ in de richting van ‘de literaire wereld’ niet onder vuur mogen nemen. Omdat de literatuur het moeilijk heeft? Is het dan juist niet beter om die weinige pogingen, die niets met literatuur te maken hebben en achteloos worden gemaakt, streng toe te spreken en van kritische kanttekeningen te voorzien? Voordat je het weet, denken de 200000 kijkers (toch een aardig grote groep) dat de literatuur is wat ze bij Eus krijgen voorgeschoteld. En dat is niet zo. Dus moeten we, vind ik, wel strijden.
Hoewel, als Victor Schiferli zegt van niet, wie ben ik dan om hem tegen te spreken? Zou het niet beter zijn om me bij hem aan te sluiten en de volgende keer, tijdens aflevering drie, met een slabbetje om voor de televisie te zitten en ‘mooi’ te roepen, en ‘leuk’ en ‘wat hebben we weer lekker hard gevierd’? Ik vrees van wel. De literatuur heeft het paard van Troje al langer geleden binnen gehaald en de buik is al open geweest. De Grieken zijn al overal.
Het kattengejank van Lakshmi is beter dan het sliwoordenbrei van Eus. Met twee kauwgomballen in zijn mond is hij goed te verstaan. Als dit goede tv is dan is de treurbuis een ziek ding geworden. Een sociaalcentrum happening voor slechte lezers.