Karel van het Reve is een typisch Hollandse schrijver. Ik bedoel dit niet als compliment. Vier jaar geleden las ik een groot deel van Reve’s oeuvre en dat viel me niet mee. Alleen zijn dagboeken uit Rusland waren goed te verdragen. De rest bevatte veel gedoe over niks. Zijn ‘beroemde’ aanval tegen de literatuurwetenschap is wel de flauwste tekst die in dat genre ooit is geschreven: gemurmel van een tandenloze Dachshund.
Vladimir Nabokov is een groot schrijver. Dat vindt iedereen en ik ben het er ongeveer mee eens. Wat ik nooit durf te bekennen, maar nu wel: ik verveel me vaak, tijdens het lezen van zijn werk. Het is erg briljant. Het is fantastisch geschreven. En dan zak ik langzaam weg in een middagslaapje. Lang worstelde ik daarmee. Ik had de neiging me correct op te stellen en Nabokov te bewonderen. Dat hoort nu eenmaal zo. Karel van het Reve bewonderde Nabokov ook. Dus ik had op zich beter moeten weten.
Ik denk nog wel eens terug aan het ongeremde lezen. Ergens ben ik dat kwijt geraakt. De tijd waarin ik op alle nieuwe boeken aanviel, met een combinatie van liefde en lust, is voorbij. Ik lees, maar ik lees niet meer alsof alles en mijn leven ervan afhangt. Sommige dingen ‘weet’ ik wel. Geloof ik wel. Heb ik al een keer of duizend zien langskomen. Ik leg wel eens een boek na vijftig bladzijden weg, iets wat vroeger onmogelijk leek. Ik ben niet blasé, ik kan er soms niet meer zo goed tegen. Mijn smaak is, als die van Des Esseintes, zo verfijnd geworden dat het auteurs moeite kost om mij aan het lezen te krijgen, om me te prikkelen.
Soms komt dat oude gevoel terug. De laatste tijd bij het lezen van boeken van Shaun Prescott, Gerda Blees en, en dat was voor mij een verrassing, Fjodor Dostojevski. Ik heb Dostojevski altijd gemeden. Waarom? Nou ja, Nabokov had een hekel aan hem (en Karel van het Reve ook) – en onbewust ben ik er jaren van uitgegaan dat Dostojevski, ook al hebben Nabokov en Van het Reve zeker niet altijd gelijk, toch een beetje een literaire rommelpot zou zijn. Een schrijver van een warrig oeuvre. Tot ik deze week via mijn KOBO-abonnement Aantekeningen uit het dodenhuis en Vertrapt en vernederd downloadde en in het eerste boek begon te lezen.
Plotseling was ik weer mijn vroegere lees-ik. Ik kan het boek niet neerleggen. Als ik eigenlijk moet gaan slapen doe ik één… vooruit nog één, nou kom… nog een laatste hoofdstuk. Dostojevski schrijft misschien niet mooi en is een halve zool, maar de verhalen die hij (soms struikelend, alsof hij ze niet langer binnen kan houden) vertelt, die zijn echt zo meeslepend als vroeger de Arendsoog-reeks. Het verhaal verslaat de stijl, of misschien is de stijl juist helemaal in lijn met de chaotische en warrige verhalen die Dostojevski kwijt moet. Hem zit echt iets dwars.
Kortom: er staat me de komende maanden nog veel moois te wachten. Ik heb een heel oeuvre voor me liggen. En de conclusie? Lees Dostojevski. Weg met Nabokov (een beetje) en Van het Reve (helemaal)!
Niet mee eens maar wel fijn.
Geachte Pieter,
Waarmee was je het niet eens? Dat boeit me.
Met vriendelijke groet,
Marcel van Blijenburgh.
Nabokov is voor mij onleesbaar. Hij koketteert me te veel en ik ben daar allergisch aan.’Kijk eens hoe goed ik schrijf!’
Ik heb nooit begrepen waarom K van het Reve gewaardeerd werd. Soit. Ach ja, die ironie?
Dostojevski heb ik altijd gemeden. Te veel gefilosofeer, dacht ik.
En ik ben dol op Tolstoi. Sluiten ze elkaar uit?
Uitproberen dus.
Geachte Eric,
De speler van Dostojevski vond ik verrukkelijk. Geen gefilosofeer, wel de gekte van verslaving adembenemend beschreven. Tolstoj is de grootste Russische schrijver, zegt Nabokov in zijn Lectures On Russian Literature. Net als zijn Lectures On Literature heerlijk leesvoer trouwens, al zal hij altijd een wijsneus blijven.
Met vriendelijke groet,
Marcel van Blijenburgh.
Dostojevski is minder slecht dan Nabokov en Van het Reve ons willen doen geloven, al is hij geen groot stilist. Onlangs herlas ik De grootinquisiteur van Sevilla en dat vond ik nog steeds indrukwekkend. Nabokov is angstaanjagend goed, maar behoort niet tot de allergrootsten: hij weet het gevoel niet te beroeren. Aan de andere kant moet Speak, Memory het mooiste boek zijn geweest dat ik ooit heb gelezen: het werk van een halfgod. Karel van het Reve las ik met veel plezier voor mijn mondeling, ook de Huizinga-lezing. Op een gegeven ogenblik had ik genoeg van de manier waarop hij met zijn ‘boerenverstand’ – daarop laat hij zich graag voorstaan – vooraanstaande figuren ontmaskert en diepgewortelde onzinnigheden verpulvert. Hij is in elk geval een oorspronkelijke denker. Gisteren las ik een artikel van hem in Hollands Maandblad over Nabokovs vertaling van Jevgeni Onjegin en daarvan heb ik ‘ouderwets’ genoten. Hij weet altijd zo nauwkeurig en doordacht zijn smaak te verwoorden, en dat bewonder ik in hem. Misschien moet de slotsom luiden dat ze alle drie best meevallen.