In Conscience 1, de terugkeer, deel 1 uit een beoogde reeks detectiverhalen, brengt Mark Cloostermans ons naar België in het najaar van 1869. De Spaanse griep (en de Eerste Wereldoorlog) moet nog komen, om over covid-19 (en de Tweede Wereldoorlog) maar te zwijgen. De wereld die Cloostermans oproept is niet alleen verdwenen, ze is letterlijk ondenkbaar geworden. Daarom is het knap dat hij ons toch iets van de sfeer van ooit kan laten navoelen. Dat is een verdienste van zijn boek.

De hoofdpersoon, Henri Conscience, is een geschikte figuur om een reeks te gaan dragen. Hij is nog wat onbestemd, maar heeft wel al serie-vlees op de botten. Hij verveelt niet na één boek. Er is iets met die jongen en met de mensen om hem heen. Hij doet het ook goed bij een mysterieuze, getrouwde vrouw. Kortom: er zitten heel wat onvertelde verhalen in dit hoofdpersonage.

Mij lijkt dat Cloostermans het voor zijn reeks vooral van die half-geheimzinnige sfeer zal moeten hebben, in combinatie met de ‘historische setting’. Een plot is secundair. Dat geeft niet; Georges Simenon, ook een Belg, deed in zijn Maigrets niet veel meer dan sfeer oproepen. En Maigret is toch goed terechtgekomen.

Als ik mij één punt van kritiek mag veroorloven: een iets kortere, strenger geredigeerde versie van dit boek had beter gewerkt. Denk ook hier ‘maatje Maigret’ – ergens tussen de 40 en de 50000 woorden. Drie of vier uur lezen op een avond. Als Cloostermans de volgende delen inkrimpt, en dan preciezer zal moeten focussen op de sfeer, wordt de reeks zeker een succes. En HenriConscience is dan ook echt iemand voor een serie op beeld, na een deel of vijf.

(n.b.: Af en toe zal ik boeken die ik las naar voren halen, onder de noemer ‘reclame’.)