2020 is een jubeljaar voor Helmut Newton, van wie op 31 oktober de honderdste geboortedag wordt gevierd.  De beroemde fotograaf stierf in 2004, zestien jaar geleden alweer – waar blijft de tijd, en wat deden we in 2004 precies?

Onbekommerde lof is er zestien jaar later in elk geval niet meer bij. Zelfs een zelfverklaard liefhebber van Newtons werk, de Nederlandse fotograaf en filmer Maarten Groen, wringt zich op de Nederlandse radio in alle bochten om vooral tot een correcte afweging van de bejubelde zijn talent te komen en de deze week in Nederland te verschijnen documentaire The Bad and the Beautiful acceptabel te maken.

Arme Helmut Newton. Arme NOS. Het begint al met de titel die boven het verslag van het radio-item staat: Was Helmut Newton een fetisjist, of een feminist? Een generaliserende vraag. En who cares? Ik niet meteen, al zijn het onderwerpen waarover je in verband met Newtons werk (en leven) kunt spreken. Dat Groen zich vooral in hedendaagse correctheden hult, is jammer en begrijpelijk: Groen zal voor zijn opdrachten afhankelijk zijn van mensen die een niet al te troebel beeld van hem hebben. Iets wat in het huidige kunstklimaat funest zou kunnen zijn. Ook de schrijver van het NOS-bericht hult zich in goed-liggend gereutel:

In de documentaire is zijn hang naar gekke, enge en seksuele foto’s duidelijk te zien. Het liefst had hij vrouwen voor de lens. Grote vrouwen, naakt en op hakken. In sommige gevallen tamelijk gedienstig. Zoals toen hij een model in een rolstoel zette, of een vrouwelijk model een keukenmeid onder dwang van een zweep de oven liet inspecteren.

Gekke, enge en seksuele foto’s! Van een man die het liefst vrouwen voor de lens had. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat we zijn jubileum nog vieren, al weet Groen gelukkig waarom: de man had een enorme technische kennis, zijn foto’s waren vooral technisch heel knap – al waren ze, de woke-god zij dank, ook wel moreel in orde, als je zoals Groen je best doet om het te zien.

Over niet al te lange tijd wordt die techniek minder belangrijk, die wordt net zoals de stijl in de literatuur langzaam maar zeker afgeschaft, wegens elitair en blank of zoiets, en dan ziet het er bij het vieren van Newtons tweehonderdjarige geboortjubileum beroerd uit. Voor Newton. Die die herdenking ook niet meer hoeft mee te maken, gelukkig.