Mensen die iets fijns zien in een crisis, daar moet je meestal voor uitkijken. Ze lijken een beetje op hoge militairen die je komen melden dat je kind niet voor niets gestorven is, maar voor volk & vaderland (&, optioneel, God). De hoge militair in dit stukje is Eveline Aendekerk, directeur van de CPNB. De op het veld van eer gesneefden zijn de Nederlandse coronadoden. De optionele God waar die mensen voor stierven: Leesbevordering. Lees verder
Auteur: Chrétien Breukers (Pagina 15 van 16)
Ach, dode voetbalhelden. Dat schrijft lekker. Vooral als de dode voetbalheld een leven heeft waar iets over te vertellen is, en zo’n leven had Wim Suurbier. Ik ril al als ik denk aan de in memoriams, het Frank Heinen-proza (Een baard van drie dagen staat bijna niemand, behalve en zo voort), de Henk Spaan-constante (Het was in de vijfde minuut van AJAX-Heracles, 1976. Suurbier, die tot dan toe vooral opviel door niet op te vallen, besloot de kicksen van Garrincha aan te trekken en zo voort). Lees verder
Zeeangst, zo heet de nieuwe roman van L.H. Wiener. De auteur, inmiddels 75 jaar oud, zou de grand old man van de Nederlandse literatuur zijn, maar de Nederlandse literatuur is no country for old men. Die hebben hun tijd gehad en moeten hun oeuvre uitzingen in relatieve eenzaamheid. Alleen Remco Campert heeft nog een godgelijke status. Campert is echter een grand old boy-ish figurine en geen oude man. En Jeroen Brouwers is onderhevig aan de Brouwers-paradox: hoe slechter de boeken die hij schrijft worden, hoe meer roem hem toevalt. Lees verder
Soms leest Jaap Goedegebuure denk ik een boek. Hoe dat er precies aan toegaat? Je moet de verbeelding niet altijd al het werk laten doen. Voordat je het weet zit je met een beeld van iemand die, de lippen getuit, de vinger in de aanslag bij een regel, half-prevelend zit te turen naar de vergeelde bladzijden van een Meulenhoff-pocket uit 1978. Lees verder
Het droevigste en opwekkendste boekenverhaal dat ik ooit hoorde, gaat zo:
Een dichter, of nou ja, een nepotist van het zuiverste water die soms notities publiceerde die, als je je ogen half sluit en vervolgens schuin naar de letters kijkt in de verte op gedichten lijken, een dichter dus, een al wat oudere dichter, iemand die zijn loopbaan heeft zien eindigen in het grote niets waar literaire loopbanen soms wonen, een wat oudere dichter staat naast zijn vrouw, ook dichter, of nou ja bijna-dichter, en kunstcolumniste en eetschrijfster, dat is ze ook, van alle markten thuis is zij, die vrouw, een wat oudere dichter en zijn vrouw staan voor hun boekenkasten. De oudere dichter wijst op een lange rij eerste drukken, bijzondere uitgaven, bibliofiele dingen en parafernalia betreffende Simon Vestdijk. Hij zegt: ‘Kijk, daar staat een deel van ons pensioen.’ Lees verder
Stephan Vanfleteren heeft een boek geschreven en is op televisie. Ik kijk wel, maar kan me niet goed concentreren op wat hij zegt. Stephan Vanfleteren heeft niet alleen een nieuw boek, hij heeft ook een baard. En een imposante haardos. Ik kijk daarnaar, zoals een konijn naar het lamplicht. Wat een imposante baard, eh, man. Hoe zou het zijn om daar eens zacht overheen te aaien? Over die baard, of die haardos? Lees verder
Afgelopen zaterdag (4 juli 2020) verscheen de laatste Letter & Geest, de mooie boeken- en nadenkbijlage bij Trouw. Dat is een verlies, op zich, al komt er ongetwijfeld iets aardigs voor in de plaats. Bijlagen komen en bijlagen gaan, en het geklaag en/of geween over verdwijnende bijlagen blijft altijd bestaan. Wat ik hoop: dat Gerbrand Bakker, Leonie Breebaart en Janita Monna hun vaste rubrieken voort kunnen zetten (als ik het goed begrijp, is E.J. Harmens al na bewezen diensten ontslagen). En laat ons bidden: moge het vreugdeloze netwerkverschijnsel Rob Schouten of tot inkeer komen, of stoppen met het schrijven van recensies. Lees verder
De C. Buddingh’-prijs 2020 is niet gewonnen door Jérôme Gommers, voor zijn debuutbundel Momentums Laadklep, uitgegeven door de ogenschijnlijk speciaal voor Gommers opgerichte uitgeverij Tijloos. Door wie de prijs wel is gewonnen weet ik niet, maar Jérôme Gommers (wat is het toch lekker om een voornaam met twee accenten in te typen) had die prijs moeten winnen. Moeten, ik weet: het klinkt dwingend, maar hij had die prijs inderdaad moeten winnen. Ernestine Comvalius, Lies Van Gasse en Dieuwertje Mertens vonden van niet en zijn daarom allemaal Dick Rowe. Lees verder
Rik Zaal kende ik lange tijd voornamelijk van het mooie programma Zaal over de vloer. Voor dat programma ging Zaal op bezoek bij mensen, hij kwam, ik verklap de afloop niet door het te onthullen, bij mensen over de vloer. Omdat Zaal een kurkdroge interviewtechniek heeft, en zich op opdringerige wijze op de vlakte kan houden, zijn de afleveringen die bijvoorbeeld op YouTube staan nog steeds de moeite van het herbekijken waard. Lees verder
Het is ingewikkeld. Vroeger vormden deze woorden een mogelijke omschrijving van je relatiestatus op Facebook. Nu lijkt het me een goed antwoord op de vraag: Hoe moet ik schrijven in tijden van racismedebat? Ik weet dat denk ik ook niet meer.
Aangaande mijn witte schuld: ik denk die niet te hebben. Alle generaties Breukers voor mij waren los werkman, marskramer, keuterboer, bakker, klerk bij de boerenbond of onderwijzer – en het lijkt me sterk dat die sociale stijging is bereikt na het uitbuiten van slaven. Wij werden eerder uitgebuit dan dat wij uitbuitten. Wij woonden niet voor niets in wingewesten. Maar zeker weten doe je het nooit. Misschien hebben wij ook schuld, grote schuld, enorme schuld. Lees verder
Recente reacties