Mensen die iets fijns zien in een crisis, daar moet je meestal voor uitkijken. Ze lijken een beetje op hoge militairen die je komen melden dat je kind niet voor niets gestorven is, maar voor volk & vaderland (&, optioneel, God). De hoge militair in dit stukje is Eveline Aendekerk, directeur van de CPNB. De op het veld van eer gesneefden zijn de Nederlandse coronadoden. De optionele God waar die mensen voor stierven: Leesbevordering.

Een lichtpuntje van Corona is dat er aantoonbaar meer gelezen wordt. Zelfs meer dan er wordt genetflixt. Met het boekenvak hebben we daar met de #ikleesthuis-campagne hopelijk aan bijgedragen. Mensen hebben meer dan ooit behoefte aan ontspanning, ontsnapping en troost en vinden dit in mooie verhalen. Van lockdown naar ontsluiting dus. Lezen ontsluit immers werelden, geeft iedereen kansen. Als wij daar niet gezamenlijk op inzetten dan vallen steeds meer mensen buiten de boot en verzwakken we het weefsel van onze samenleving. Dit zijn geen loze woorden, dit is de actualiteit van vandaag, die om actie vraagt.

Amen. Maar ook: holy smoke. Een lichtpuntje van Corona: die paar boeken die er meer worden gelezen omdat iedereen binnen moest blijven. Die paar boeken die zouden bijdragen aan het minder buiten de boot vallen van sommige mensen.

Wat overigens niet waar is: die mensen vallen buiten de boot omdat ze slecht onderwijs hebben gehad, niet omdat ze in deze tijd geen boeken lezen. Ze kunnen die boeken niet lezen omdat er op middelbare scholen geen aandacht meer wordt besteed aan het lezen van boeken.

Daar komt geen verandering in door de op het veld van de leesbevordering gevallen coronadoden. Die mensen zijn dus, de redenering van Aendekerk tot in het extreme volgend, voor niets gestorven.

Aendekerk verwart, zoals zo veel mensen, het verhandelen van boeken met de verheffing van een volk. Als er meer boeken worden verkocht, is dat goed voor de handel. Het zegt niets over het intellectuele niveau, en de eventuele verbetering daarvan, van de kopers.

En Aendekerk gebruikt de aloude truc, waar veel mensen elke keer intuinen. Ze wijst op de wetenschap. Er is middels onderzoeken vastgesteld dat je van lezen een beter mens wordt. Aendekerk promoot niet alleen het boek, ze wil ons ook beter maken. Ze bedrijft geen propaganda voor een sector, ze lijdt aan ideologie. En het lezen van literatuur heeft niets met ideologie te maken.

Alle onderzoeken bewijzen keer op keer hetzelfde; lezen maakt je een leuker, slimmer en gezonder mens. Want al lezend vergroot je je inlevingsvermogen, het maakt je minder (ver)oordelend, al lezend krijg je meer begrip voor de ander. Zeker die ander die je normaal niet zo snel tegenkomt. Lezen verbetert je schoolprestaties en vergroot je kansen op de arbeidsmarkt. Lezen leidt aantoonbaar tot minder stress en houdt je letterlijk gezonder.

Als ik dat soort teksten lees, voel ik me wanhopig. Ik lees al mijn hele leven, op de eerste zes jaar ervan na, en nog nooit heb ik me na lezing van een boek leuker, slimmer of gezonder gevoeld. Mijn inlevingsvermogen is niet groter geworden en mijn vooroordelen zijn volledig intact gebleven. Ook mag ik graag af en toe iemand veroordelen, al dan niet binnensmonds. Mijn schoolprestaties en kansen op de arbeidsmarkt – ach, laat ik erover zwijgen. Stress heb ik inderdaad niet, maar heel gezond ben ik zeker niet…

Lezen is een nuttig tijdverdrijf voor een kleine groep malloten. Voor mensen die het fijn vinden om in een boek eens lekker naar de rand van hun moraal te worden geduwd. Of die het waarderen als een schrijver lekker ongezond en helemaal niet leuk tekeergaat.

Al die zekerheden. Al die goedheid. Al die arme coronadoden. Laat ze er alstublieft buiten, mevrouw Aendekerk. Zij kunnen er ook niets aan doen dat er ergens stoffige mensen wonen, mensen zoals ik, die hun boeken lezen ten koste van hun arme gezondheid en omdat ze houden van een tekst die hun bij tijd en wijle in het gezicht springt.