Ik ben een volwassen man, denk ik. De dingen die om me heen gebeuren, volg ik met een mengeling van interesse en distantie.

Sinds kort heb ik weer een abonnement op de Openbare Bibliotheek. Ik nam al eerder een digitaal abonnement op Trouw en via Topics lees ik de belangrijkste artikelen uit ADde VolkskrantHet ParoolDe Morgen en De Standaard. Waarbij ik moet aantekenen dat er binnen die merken veel aan content-sharing wordt gedaan, waardoor je soms niet precies weet welke krant je aan het lezen bent.

Mijn volwassenwording kreeg vanochtend een kroontje, toen ik me abonneerde op de (digitale) versie van NRC/Handelsblad. Eindelijk kan ik met recht zeggen: ‘Ik lees het avondblad.’ Bij mijn standaarduitrusting hoort ook: de museumjaarkaart. Nu nog een cineville-pas als ik weer naar de bioscoop durf en de tevreden cultuurconsument, c’est moi (ik twijfel voorlopig over de te kiezen muziekaanbieder).

Ik koop boeken, films en muziek. Ik bezoek plekken waar aan kunst wordt gedaan, of waar de cultuur een zetje krijgt. Ik ben voor zover dat mogelijk is op de hoogte. Ik lees kranten. En wat in die kranten staat, laat ik op me afkomen.

Als ik heel eerlijk ben: ik hou niet van de manier waarop in Nederland ‘een debat’ wordt gevoerd en ik hou nog minder van de manier waarop dat debat vervolgens door journalisten en columnisten wordt ‘geduid’. De afgelopen 3,5 jaar volgde ik dat ‘debat’ en die ‘duiding’ vanuit mijn woonplaats in Midden-Europa en ze veroorzaakten wat mij betreft vooral  het geluid dat ontstaat als je heel veel beesten die een hoog, piepend geluid maken loslaat in een iets te kleine ruimte.

Hetzelfde gaat op voor de literatuurpagina’s, waar het ene meesterwerk na het andere wordt beschreven. Er is elke week wel een noodzakelijk boek te bejubelen, elk week een titel te verwilliamshakespearen of virginiawoolfen: de literatuur is een gebergte met louter toppen. Dat er uberhaupt zoiets als ontlezing bestaat, is een godswonder. Waarom er niet juist meer boekhandels bijkomen? Het is niet te verklaren.

Twee dagen geleden koos Koenraad Goudeseune voor euthanasie. De Morgen noteert:

Goudeseune, geboren in Ieper in 1965, stond bekend als een woelwater in de Vlaamse letteren, die er de laatste jaren een erezaak van maakte om collega’s en critici tegen de haren in te strijken. Ondanks zijn diepgeworteld gevoel van miskenning, behield hij een kring van bewonderaars en leek hij met zijn nietsontziend, autobiografische proza, de status van recalcitrant cultauteur te verwerven.

Framing is een kunst. Woelwater * erezaak * tegen de haren in (…) strijken * diepgeworteld gevoel van miskenning * kring van bewonderars * nietsontziend * recalcitrant cultauteur: de auteur van het in memoriamtekstje gaat er eens lekker voor zitten. Ik vind dit soort herdenkingsproza een zwaktebod. Iemand tot cultauteur benoemen betekent meestal dat zijn boeken matig worden gewaardeerd door het estabishment en nauwelijks gekocht door de kring van bewonderaars. Als alle mensen die Goudeseune nu plotselig bewenen op Facebook ooit een boek van hem hadden gekocht, was hij een stuk ‘bekender’ geweest. 

Maar ja, niet iedereen is een trevreden cultuurconsument. Iemand zoals ik. Straks ga ik naar de lokale boekhandel en koop daar een cd en een boek. Zie: ik draag het mijne bij. Niet alles is verloren. Behalve het leven van Goudeseune. Arme jongen. In de hemel is, waarschijnlijk, geen uitgeverij die zijn toekomstige werken wil of kan publiceren.