Ik zag twee films: Joker van Tod Phillips en Synecdoche van Charlie Kaufman. Van Joker had ik weinig verwacht; toch was ik onder de indruk van Joaquin Phoenix, die de Joker speelt. Hij doet me steeds aan de podiumpersoonlijkheid van Hans Teeuwen denken: iemand die elk moment in zichzelf kan keren of ontploffen. In Synecdoche is Philip Seymour Hoffman wel goed-achtig, maar het is meer het verhaal dat de film uiteindelijk maakt (en redt).

Beide films gaan over de reactie van een persoon op de (onverklaarbare) buitenwereld. Joker zit vast in een vijandige buitenwereld, die hij met een masker en, uiteindelijk, wapens tegemoet treedt. Caden Cotard uit Synecdoche schept zijn eigen toneelwereld als reactie op zijn mislukte functioneren in een gezin  — hij zit in een eeuwigdurende repetitie voor een nooit uit te voeren toneelstuk dat zijn eigen leven imiteert in een decor dat (op ware grootte) is opgebouwd in een gigantische verlaten loods; Cotard zit in de werkelijkheid die de werkelijkheid ooit moet nabootsen tijdens een opvoering van het toneelstuk, hoewel hij diep van binnen weet dat dit nooit zal gebeuren omdat hij er wel voor zorgt dat het toneelstuk nooit wordt voltooid.

Joker maakt zich aan het eind van de film kenbaar: hij komt via wat plotwegen in een talkshow terecht, vertelt het publiek wat hij heeft uitgespookt, en waarom, en schiet de talkshowhost (naar wie hij heel lang als een vaderfiguur opkeek) neer. De film gaat onder meer over het zoeken naar een vaderfiguur, maar dat valt buiten het bestek van dit stukje. Jokers daad is bruusk en het loopt niet echt goed met hem af, maar hij doet iets. Caden Cotard blijft tot het einde rondwaren in zijn decor. Pas op het eind, als alles om hem heen is verbrokkeld en heel veel mensen met wie hij samenwerkte zijn gestorven (de lijken liggen op de set), komt hij tot een soort inzicht — dat hem bovendien door zijn ex-vrouw, die ook overleden is, via een oortje wordt ingefluisterd; de laatste fase van zijn leven wordt Cotard geregisseerd. Een paar seconden zegt zijn ex-vrouw in het oortje dat hij moet sterven, en hij sterft.

Joker en Caden Cotard zijn kunstenaars. Joker is de extraverte schepper die soms iets kapot moet maken om er te kunnen zijn – Joker bekijkt de wereld met afgrijzen en trekt daar conclusies uit. Cotard is de in zichzelfgekeerde, iemand die zijn hele leven kan besteden aan de vraag hoe hij iets aan moet pakken en daarom (maar vasthoudend) mislukt. Cotard heeft het zijn hele leven druk om vooral niets te hoeven doen.