Net als in haar eerder verschenen The friend  is Sempre Susan een memoir. Het wordt een roman genoemd, maar dat wil zeggen 1) dat de term roman niks meer betekent of dat 2) de term roman nodig is om een boek nog een beetje de boekhandel in te krijgen.

Ik leerde het werk van Nunez pas kennen toen D mij The friend gaf. In 2019. Ik was meteen weg van haar stijl; die is heel effectief, – Nunez is iemand die een goed oog voor details koppelt aan gevoel voor tragiek en vertelkunst. Wat je dan krijgt is een ogenschijnlijk gewoon voortbewegend verhaal, dat ongewoon is. Ongewoon en experimenteel. Nunez is geen gewone schrijfster. Nunez is een mirakel.

The friend gaat op het oog over een hond die het hoofdpersonage erft van een goede vriend (en voormalige geliefde). Na lezing blijkt dat het boek gaat over rouw, vriendschap en liefde – en over de manier waarop de auteur met die begrippen omgaat. De hond is de belichaming van gevoelens, meer nog dan een waarachtige aanwezigheid. Dat maakt het boek tot één van de mooiste liefdesverhalen die ik in jaren las (en ik moest tijdens het lezen ervan aan Dept. of speculation van Jenny Offill denken, hoewel Offill drastischere oplossingen kiest in haar schrijven).

Sempre Susan gaat op het oog over Susan Sontag. Deze bij leven al mythologische en wereldberoemde auteur leert Nunez in het begin van de jaren zeventig kennen, als ze een baantje als persoonlijke assistente aanneemt. Sontag brengt haar in contact met haar zoon en oogappel David Rieff. De twee krijgen een relatie en Sontag is niet de schoonmoeder die een en ander op een afstandje volgt. En zo wordt het leven van Nunez nauw-verweven met dat van de familie Sontag.

Wie deze anekdotische schil verwijdert, merkt dat Sempre Susan een verhaal is over ontluikend schrijverschap (van Nunez). Een verhaal over de noodzaak tot afzondering terwijl je in het glazen huis van de Sontags woont. Een verhaal over openbaar versus afgesloten. Een verhaal over leven versus kunst. Nunez schrijft een boek over Sontag zonder te vervallen in vereringsdwang of correctiedrift. Ze beschrijft Sontag als de natuurramp die haar op een bepaald moment treft. Een natuurramp waartegen Nunez zich schrap moet zetten. Het lukt haar, maar het kost haar ook haar liefde met David – al is ze de eerste om te melden dat die relatie toch voorbij zou zijn gegaan.

Ik vind dat zowel Nunez als Sontag en David heel sympathiek uit deze tekst tevoorschijn komen. Je hebt nergens het idee dat er voor of tegen iemand wordt gekozen. Nunez is de meester van het neutrale vertellen, zonder in plat realisme te vervallen (de woorden die ze Sontag in de mond legt over, bijvoorbeeld, de verhalen van Raymond Carver zijn in dit verband veelzeggend). Nunez heeft het niet nodig om een kant te kiezen. Nunez vertelt een verhaal alsof het een geheel is, ook al weet ze dat niet veel meer dan brokstukken kan presenteren.

Jammer genoeg is Sempre Susan heel klunzig vertaald. Ik zal de andere boeken van haar eerder in het Engels lezen, dan in het Nederlands. Wat AtlasContact bezielde om dit boek zo op de markt te brengen, is een raadsel. Er zijn toch voldoende kundige vertalers te vinden in Nederland of Vlaanderen, zou je denken.