‘Voor een belangrijk deel tasten we nog in het duister,’ hoorde ik iemand die op televisie was gisteren zeggen. Ik ben vergeten wie, maar de zin bleef door mijn hoofd spoken, zo lang dat ik hem maar opschreef. Op de rand van de krant. Het is een bezwerend zin, zoiets als ‘gij zult rondtasten in de middaghitte’ van Lucebert. Een zin zonder inhoud die klinkt alsof er een diepe waarheid wordt onthuld en je even doet huiveren.

Het is dat ‘belangrijke deel’, dat doet het ’m: als het een onbelangrijk deel was geweest, het deel waarover we nog in het duister tastten, was er niks aan de hand. ‘Voor een klein, heel onbelangrijk deel tasten we nog in het duister.’ Ja, dan kun je net zo goed niks zeggen. Val ons daar niet mee lastig. Maar dit is ernstiger. In dit geval, zoals het nu is geformuleerd, lijken we tast-technisch de Sjaak. En niet zo’n beetje!

Je kunt de zin ook op eindeloos veel manieren uitspreken. Voor een belangrijk deel tasten we nog in het duister. Voor een belangrijk deel tasten we nog in het duister. Voor een belangrijk deel tasten we nog in het duister. Voor een belangrijk deel tasten we nog in het duister. En zo voort. Begin er niet aan, je bent er zo uren zoet mee (zoals ik, gisteren).

Uiteindelijk kwam ik uit bij H. Marsman. In zijn gedicht ‘Madonna’ wordt ook in het duister getast. Henny wist er wel raad mee, met duisternis en slaap en droomdingen en het bloed en het hart en, nou ja, met alles wist hij wel raad:

Madonna

Gij slaapt met ons als paarden in uw armen,
die schuilen aan de zoomen van uw bloed
en uwe haren duisteren erbarmen
over de tochten van ons waaiend bloed.

wij tasten u in een verloren golven
en monden in de schalen van uw hart
en zijn zoo grondloos in elkaar bedolven,
dat wij de merken ruilen van ons hart.

en worden stil, madonna, aan uw handen
en onze vezelen verzachten zeer –
wij bloeien onuitblusschelijke lampen
over den schemer van het nachtlijk meer.

en huiveren als reeën aan uw slapen,
biddende planten in gemeenen nood,
en zijn omvleugeld door een wijde schaduw
in de omraming van den grooten dood.