Een collega-schrijver en ik voeren een weemoedig gesprek.
Het gaat over de gretigheid waarmee we, vroeger, in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, op donderdag in de kiosk stonden om de Republiek der Letteren (de boekenbijlage van Vrij Nederland) te kopen. Op vrijdag en zaterdag verslonden we de letterenbijlagen van Trouw, de Volkskrant, NRC/Handelsblad en Het Parool. Zelfs de Haagse Post had mooie literatuurpagina’s. Over de inhoud werd druk gedebatteerd door de Titaantjes in spe, want dat waren wij toen wel: jongens, aardige jongens. Voornamelijk jongens. Lees verder
Walter Kempowski (1929-2007) is een merkwaardige schrijver; ondanks zijn grote bekendheid in Duitsland hoort hij nergens echt bij: hij had een afkeer van de gladde praatjes van types als Günter Grass en lag daarom niet goed bij de literaire elite in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Hij was een echte alleenganger; zijn laatste woonplaats, Rotenburg in Nedersaksen, ligt ver weg en is zeer afgelegen.
Mensen die iets fijns zien in een crisis, daar moet je meestal voor uitkijken. Ze lijken een beetje op hoge militairen die je komen melden dat je kind niet voor niets gestorven is, maar voor volk & vaderland (&, optioneel, God). De hoge militair in
Zeeangst, zo heet
Afgelopen zaterdag (4 juli 2020) verscheen de laatste
De C. Buddingh’-prijs 2020 is niet gewonnen door Jérôme Gommers, voor zijn 
Recente reacties