Harry Mulisch was (en is) een groot schrijver. Daarom is zijn dood, nu tien jaar geleden, groots herdacht en gevierd. Gisteren door middel van de documentaire Harry Mulisch, schepper van zichzelf. In de documentaire: geen Onno Blom, dus we moesten het doen met beelden van de meester zelf en bleven verstoken van stemimitaties. Verbraak is de meester in het in het nauw drijven van zijn onderwerpen, om die tot uitspraken te bewegen die ze anders misschien niet hadden gedaan – waarna een overstrakke montage die uitspraken ordent en tegen de persoon die ze deed in stelling brengt. Lees verder
Auteur: admin (Pagina 21 van 22)
Toeval bestaat niet. Nu de tiende sterfdag van Harry Mulisch nadert (gevierd op vele wijzen, en door wijzen en onnozelen tegelijk), worden in Israël de spijkers waarmee Jezus van Nazareth is vastgespijkerd (in het wijnjaar 0) teruggevonden. Toeval? Nee, natuurlijk niet. Harry is ergens mee bezig, daarboven. Waarmee? Nog vier nachtjes slapen…
Jerusalem geologist, Aryeh Shimron, believes the fragments of nails used to crucify Jesus are found.
Israel is place where history comes to life! pic.twitter.com/DlMRZpRFow
— Hananya Naftali (@HananyaNaftali) October 25, 2020
Rob Schouten schreef in de jaren tachtig kronieken in Maatstaf. Ik las die stukken graag. Ze waren mijn introductie tot de dichtkunst. Maatstaf bestaat niet meer en kronieken worden nauwelijk nog geschreven – maar Rob Schouten is levend, zij het niet springlevend, en worstelt zich met groeiende weerzin en een bijna niet meer te torsen kunsthaat door zijn levensavond heen. Lees verder
Rob Schouten schreef in de jaren tachtig kronieken in Maatstaf. Ik las die stukken graag. Ze waren mijn introductie tot de dichtkunst. Maatstaf bestaat niet meer en kronieken worden nauwelijk nog geschreven – maar Rob Schouten is levend, zij het niet springlevend, en worstelt zich met groeiende weerzin en een bijna niet meer te torsen kunsthaat door zijn levensavond heen. Lees verder
Zijn besluit en treinontsluit was één onroerende goedendag geworden: hij wou en zou door het bestaan vlieden op zijn achttiende jaar. De rest kon hem ontstolen worden. De zeer middelmatige aanlering op school zat hem tot boven het beoor. En het universitaar zat hem meteen ook tot daar, ofschoon hij wist dat hij daar niets van af wist. Maar de trekking van dit gevolg niettegenstaand, bracht hem niet van de wijs en weerspiegelde zijn juist inzichtelijk ter saké alsof hem door het ultranatrituurlijk in de voorhand ingegeven, op zijn minsterd als hij in aanmerking nam wat hij in het middelbaar gevaarte zes jaar lang had opgestoken. En tot op het bot had doorgestaan. En als een nootje was verkracht door ongure geesten in een toegeplakte doos van wel twintig jaar achterop.
Alain Delmotte is een experimentele dichter die haakt naar verstaanbaarheid; omdat hij zichzelf dat soms kwalijk neemt – hij zou best graag willen radicaliseren, hij zou best graag een genadeloze taalterrorist willen zijn – geeft hij zijn gedichten een vernislaag die naar het humanisme zweemt. Daarnaast lijken zijn gedichten op proza. Bij lezing overvalt je soms het gevoel dat Delmotte de prozaschrijver in zichzelf niet los durft te laten; hij zet hem in de bench die dichtkunst – ‘het prozagedicht’ – heet. Lees verder
De Grachtengordel van Geerten Meijsing is herdrukt en dat is goed nieuws. Ik heb altijd erg van de boeken uit Meijsings ‘middenperiode’ gehouden (alles van Veranderlijk en wisselvallig uit 1987 tot en met Tussen mes en keel uit 1997) en De Grachtengordel is het meesterwerk uit die periode. Nooit is er zo goed en zo gedreven komaf gemaakt met de Nederlandse letteren, nooit ook is er zo liefdevol over verhaald. Grimmig-liefdevol. Lees verder
Mijn lief is weg. Gelukkig niet voor altijd, maar voor een paar maanden. Ze is een belangrijke kunstenaar aan het worden en mag in het buitenland werken op een plek waar andere belangrijke kunstenaars ook werken. Ik zit thuis en antwoord ‘prima’ op een bericht van het kunstenaarscollectief waar ik ooit toe behoorde waarin gevraagd werd of het niet erg was dat ze een verhaal dat ze van me vonden weggooiden. Het verhaal hing nog ingelijst in het ateliercomplex en ze hadden de lijst ergens anders voor nodig. Ik herinner me maar een paar van de verhalen die ik schreef. Zelfs toen ik nog schreef herinnerde ik ze me niet. Nu ik gestopt ben met schrijven is dit hetzelfde gebleven. Ik zit thuis en lees zelfhulpboeken en wacht tot het tijd is om naar de tandarts te gaan. Ik heb een afspraak bij een nieuwe tandarts. Toen ik nog schreef schreef ik over elk tandartsbezoek een verhaal.
Er is een documentaire op L1, een herhaling van een film van Hans Heijnen, Laila, de titel verwijst naar de jukeboxhit uit 1960 van Bruno Majcherek und sein Regento Stars. Omdat Majcherek op 29 september jongstleden overleed, staat er een herhaling op de rol. Hij was een echte Koelepiet, d’r Bruno, mijnwerker-zanger van Poolse afkomst, zijn taal twijfelde tussen Heerlens plat en Duits. Zijn Nederlands bleef aangeleerd klinken. Lees verder
Recente reacties