Terribilità

De jongen is een grijze filosoof.
De knieën zijn de zetel van de wijsheid.
De Noordpool herbergt menige korenschoof.
In de Sahara heerst de grote ijstijd.

Een padvinder beheert het labyrint.
De sfinx kijkt vol begrip de wereld in.
De hemelgod is een driejarig kind.
De wereldondergang is het begin.

De olifant danst op het slappe koord.
De stier is meer dan zeven maanden drachtig.
De veldmuis heeft een tijgerkat vermoord.
De seksualiteit is mooi en prachtig.

© Gerrit Komrij

De tweede etappe van de Tour voert door de bergen. Is er dan niets meer heilig? Ik vrees het ergste. Ik zag wel geruststellend veel mensen die de covid-regels overtraden en die geen mondkap droegen. De kans dat alles nog voor de komende drie weken om zijn wordt afgelast, blijft aanwezig. De Tour is een os op de klokkentoren, naar de bundel waar ‘Terribilità’ in verscheen.

Ik luisterde naar Stef Clement, ex-wielrenner en commentator bij de NOS. Het is wel boeiend om eens iemand te horen praten die geen humor heeft en geen gevoel voor taal. Hij sleepte me mee, Stef, de hel in, naar de diepste ring, waar woorden niet meer betekenen wat ze altijd betekenden en waar de taal krijst en kermt, onder de misdaden haar aangedaan.

Gisteren pakte ik Mijn vader en ikzelf op, een memoir van J.R. Ackerley. Je hebt boeken die goed zijn, of geniaal, zoals Weekendpelgrimage van Tip Marugg, en er zijn boeken die misschien minder goed zijn, en minder geniaal, maar die je bij je nekvel pakken en niet meer loslaten tot je ze hebt uitgelezen. Mijn vader en ikzelf pakte me bij mijn nekvel en liet me niet meer los.

Waarom? Het is een boek over een man uit een gegoed Engels milieu, Joe Randolph Ackerley, die in de Eerste Wereldoorlog vecht, bij de BBC werkt, en af en toe een boek schrijft. Oh ja, hij is ook nog min of meer openlijk homoseksueel, voor en zelfs na de Tweede Wereldoorlog geen vanzelfsprekendheid in Engeland. Dat hij er eerlijk voor uitkwam is dapper, al heeft hij het nooit verteld tegen zijn vader, de andere hoofdpersoon van dit memoir.

Zijn vader heeft echter ook een geheim: hij blijkt er een tweede gezin op na te houden; dat komt uit na zijn vroege dood, maar de in die tijd gebruikelijke toestand met erfenissen en legaten tot gevolg. J.R. Ackerley had zijn geheim, maar zijn vader dus ook! Het hele boek is ontstaan rond deze ‘geheimen’. Ackerley onderzoekt zijn min of meer geheime leven en dat van zijn vader: het resultaat is een liefdevol en letterlijk meeslepend verslag van een leven en een tijd.

Geheimen zijn er in de Tour, net als in het boek van Ackerley, te over. Niets is wat het lijkt en alles kan elk moment in zijn tegendeel verkeren. Zelfs Stef Clement krijgt de verwachting die de onthulling van een geheim omgeeft niet kapot. Er zal namelijk op een bepaald moment, binnen drie weken, een geheim aan het licht komen. Daarna is alles anders dan we voorheen dachten. Binnen een minuut of twee zijn we aan die nieuwe situatie gewend, kijk maar, daar, een os. Op de klokkentoren. En inderdaad: de seksualiteit is mooi en prachtig.