‘Je mag van mij van alles en nog wat ter discussie stellen, maar niet de waarde van het lezen.’ – Soms grijpt de Neerlandistiek naar de handrem die hysterie heet, om een deel van het vakgebied te beschermen. Marc van Oostendorp, iemand die in zijn late jeugd meewerkte aan de digitalisering van een deel van de Nederlandstalige poëzie, waardoor een levensgevaarlijke ontwikkeling inzette, het lezen van het scherm, oh! het arme boek dat dreigde te verdwijnen, maar ja, Marc was toen hip en happening en alles van waarde moest nog weerlozer worden gemaakt, enfin, Marc van Oostendorp, de schrijver van de hierboven geciteerde zin, is in zijn column ‘De grottekening’ de handrem van dienst.

De hysterie van zijn column: hij heeft het over ‘een Teams-bijeenkomst’ waar ‘sommigen’ zich afvragen of het boek niet een beetje zijn tijd heeft gehad. Dat is een discutabel standpunt, en er wordt in de reacties onder de column al gewezen op de manier waarop lezen (van literatuur) een verhevigde vorm van concentratie teweeg kan brengen – maar als we niet weten wie die ‘sommigen’ zijn en in welke context die mensen hun uitspraken deden, blijft het een truc. Zet twee meningen tegenover elkaar en begin vervolgens te ranten over de mening van ‘de anderen’. Ga Akwasi op die mensen en je hebt altijd gelijk. Het is alsof je een dominee hoort praten, die ‘onlangs een vrouw tegenkwam op de parkeerplaats en die vrouw die zei dus, dominee, zei die vrouw’ etc.

Uiteraard is de hysterie van Van Oostendorp vooral ook het preken voor eigen gemeente. Een citaat:

Een boek heeft een rijkdom die je op geen enkele andere manier kunt ervaren. Het staat je toe een andere wereld, de wereld van een ander, te betreden op een manier waarop geen enkele game of tv-serie dat kan. Een non-fictieboek (iemand bestond het tijdens de bijeenkomst zelfs te opperen dat het proefschrift een achterhaalde meesterproef in de wetenschap was) kan een complexe argumentatie uiteenzetten die op geen andere manier kan worden uiteengezet, of die in ieder geval niet te bevatten is als hij op een andere manier wordt uiteengezet. Een roman kan je de diepte in trekken op een manier waarop geen film dat kan.

En nog een citaat:

Want de alternatieven voor de literatuur – films, tv-series, games – zijn allemaal per definitie veel commerciëler: stuk voor stuk zaken die je niet zomaar in je eentje maakt, als individu. Stuk voor stuk vormen van fictie die bijna per definitie al te uitzonderlijke stemmen uitsluiten: wat te raar is, verkoopt niet, wat niet verkoopt kun je op die manier niet maken.

Ja. Dat non-fictie een probleem op een unieke wijze uiteen kan zetten en dat een roman je de diepte in kan trekken (waarom kan een roman je trouwens niet doen opstijgen van geluk?), het is waar. Maar dat geen film dat kan, lijkt me een onhoudbare stelling – en het is ook nog eens het vergelijken van appels met peren (of van Marc van Oostendorp met een schrijver). Literatuur niet commercieel? Kijk de aanbiedingsfolders van sommige uitgevers maar eens door, en zie het aantal pogingen om een bestseller te scoren. Ook de literatuur is, meestal, onderhevig aan de wetten van een (al dan niet zelfbedachte) markt.

Films, tv-series, games – vormen van fictie die al te uitzonderlijke stemmen uitsluiten? Misschien is Marc voor het laatst naar de film geweest in zijn jeugd, toen de vier vuisten op safari gingen; of heeft hij niet gekeken naar (en dan noem ik maar twee voorbeelden) Girls en Sex Education? Over games kan ik niks zeggen, maar ik ken gamers die zo begeesterd kunnen zijn over het narratief van het spel dat ze spelen dat ik er bijna naar begin te verlangen om eens te gamen. Ik zie het op zich voor me: ik, dagenlang achter mijn eh… console? Zak chips erbij, lekker in de joggingkleren, rode hoodie aan (net als Marc soms).

Marc van Oostendorp wil dat we allemaal lezen zoals hij zegt te lezen. Con aandacht en con liefde, althans, met zijn aandacht en zijn liefde. Hij bedrijft, zoals bijna iedereen die ‘het lezen’ wil bevordeen, ideologie – het begint een constante te worden, ik kan er ook niks aan doen. Van Oostendorps keuze voor het plaatje bij zijn blogpost is in dezen veelzeggend. Een boek van Thomas Mann (een Duitser, overigens, dus wat die bij Neerlandistiek te zoeken heeft is me een raadsel), een moeilijk boek, een klassiek boek, een boek dat we allemaal moeten lezen zoals Van Oostendorp het leest. Moedeloos zou je ervan worden, van die literatuurlezers die hun liefde aan anderen, die de liefde nooit zullen kunnen navoelen, opdringen.

En schakelen we dan over naar Van Oostendorps blog Las!, waarin Marc boeken beschrijft die hij onlangs las. De toon van zijn proza daar lijkt een beetje op de toon die hij in zijn YT-columns en in zijn bijdragen voor Neerlandistiek aanslaat. Die toon is, en daarmee zijn we rond, altijd bijna-hysterisch. Maar hij is wel goed, Marc van Oostendorp, want hij weet hoe het hoort. Dus geen gefrot en gefrutsel meer op microniveau, maar hop, naar De Toverberg. Anders worden we weer holenmensen, – wat ik op deze zondag best een leuk vooruitzicht vind, lekker een beetje tekenen en krassen op een rotswand. Nee, nee – het mag niet.